top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverLise Sur Mont

De pijn van vorige levens in zielsrelaties

Het was vrijdag de 13e. Samen met drie andere vrouwen stond ik in de toren waar de vier zijden van het dak hoog boven onze hoofden in een puntvorm samenkwamen. We lazen het bord over de heksen die hun leven lieten op de brandstapel, veroordeeld omdat ze gemarteld werden tot ze bekenden wat hen werd toegeschreven. Dood was de enige keuze.


In een nis stond de figuur van een heks zoals ze later werd weergegeven, alsof alle vrouwen er hetzelfde uitzagen met een haakneus, een pukkel en een oud gezicht. Ook de bezem ontbrak niet. Het bracht een herinnering naar boven uit de lagere school toen we een papier kregen van de juf waarop neuzen in verschillende vormen stonden getekend. De bedoeling was om na te gaan welke vorm de neus van de jongen of het meisje naast ons op de schoolbank had. 'Je hebt een speciale neus,' klonk het links van mij. 'Eerst recht, een beetje een wipneus en aan het topje een haakneus.'


Toen de vrouwen keken naar de beeltenis van de heks, zei ik: 'ze waren vrouwen zoals wij.' En zo ontstond een stille samenhorigheid onder ons, hoe we ons vereenzelvigd voelden met de vrouwen die daar veroordeeld waren. 'Ja,' beaamde de vrouw naast mij en keek mij aan, 'vrouwen zoals wij die met kruiden bezig waren.' 'Of met astrologie.'


We lazen de namen van de vrouwen in de tekst aan de muur. 'En dan moesten ze eerst al die trappen op,' zei één van de vrouwen naast mij. Ze herhaalde die woorden een paar keer en hoewel ik eerst niet begreep waar ze op doelde, zag ik er later een metafoor in voor het kruinchakra. Hoog in de toren van het kasteel werden ze voor hun helderziendheid terechtgesteld.


We spraken over de heksen alsof we over onszelf spraken. Toen de drie vrouwen de ruimte verlieten, bleef ik staan. Meer nog dan de energie van de heksen, voelde ik de energie van de mannen die daar aanwezig waren en hoe ook zij gedwongen werden om niet in hen te geloven, om hen te veroordelen, ter dood. Ik voelde een intense liefde van één van die mannen voor één van die vrouwen, liefde en pijn, verscheurdheid, eeuwigheid.


Als vrouwen worden we er aan herinnerd dat de oude sleutels en codes in ons sluimeren. We zoeken collectief naar het hart van het kasteel, dat bloeit van bloemen die nooit vergaan, waar vrouwen te vinden zijn als godinnen tussen tapijten met mythische dieren en met tafellakens vol miniatuur appels die eraan herinneren dat ze priesteressen zijn. Dat ze geen zonde zijn en niet de oorzaak van alle kwaad.


In het midden van het kasteel ligt het hart dat van twee kanten bereikbaar is, via de trap naar boven en via de trap naar beneden. In die tussenruimte helen we levens waarbij een tragedie plaatsvond, verdriet, pijn, niet ingelost verlangen. Het punt van evenwicht ligt in het hart. Waar we de waarheid van ons wezen diep binnenin onszelf vinden. Daar ontmoeten we elkaar.


We worden geactiveerd als we dieper tasten in onze intuïtieve kant, onze profetische kant, ons innerlijke weten. Juist in onze kwetsbaarheid ligt de terugkeer van onze onschuld. Een vrouw in haar hoogste integriteit, in volle liefde, in mededogen, in wijsheid, in haar pijn en haar vreugde, straalt. Diep van binnen draagt ze de wijsheid van de eeuwen, de liefde van de eeuwen en de kracht van de eeuwen en bovenal is zij de Heilige Graal. Ze maakt deel uit van alles en alles is deel van haar.

Onze zintuigen helpen om in de zichtbare wereld te functioneren. Dit is voor velen 'de werkelijkheid'. Maar er bestaat ook een onzichtbare wereld. Waar de onzichtbare als de zichtbare wereld samenvloeien, ontstaat een nieuwe wereld.

De periode tussen twee eclipsen is als de sacrale doorgang naar het hart van het kasteel waar beide werelden samenkomen. De mannelijke energie neemt de weg via de kelder, de weg door de donkere gangen van macht, door de modder van de materiële werkelijkheid, via toxische relaties en afhankelijkheid, diep in de matrix. De vrouwelijke energie neemt de weg via de zolder, waar ze leeft in overeenstemming met God, onderweg heeft ze haar grenzen te bepalen. Haar taak is te kiezen voor zichzelf zoals ze altijd voor de ander gekozen heeft.


Hun inwijdingsweg loopt langs oude pijnen, afscheid, pest, scheiding, gevangenschap, veroordeling, brand en dood. De heling verloopt via het afdalen en opstijgen, descentie en ascentie, onlosmakelijk met elkaar verbonden om het punt van evenwicht te vinden in het midden. In het hart van het kasteel ligt de bron van liefde, vergeving en overgave.

Uit de chaos van het verleden wordt een nieuwe orde geboren die puur is en eerlijk. Het hartchakra is waar de mannelijke en vrouwelijke energie elkaar ontmoeten. Tijdens het proces worden alle egostukken en valse overtuigingen heel intensief aangeraakt. Vluchten is niet meer mogelijk. Laag na laag en via herhaling van karmische cycli wentelen beide wegen steeds meer naar elkaar toe. Hun harten ontdooien.


Ze noemen het de wonde van de heks. Zij werd gebroken in haar licht, onderdrukt en klein gehouden. Hij geloofde dat ze niets waard was, dat ze een illusie was. Ze sloten zich af voor elkaar, eeuwen en levens lang. De weg terug ligt vol klemmen en valse eindes.

Vrouwen werden geleerd om bang te zijn van hun licht. Mannen werden geleerd bang te zijn van vrouwen. De vrouwelijke energie heeft de angst voor de dood overstegen. De mannelijke energie kijkt die nu aan. Eindelijk durft hij te kijken.


In de jaren 1600 liep elke vrouw het risico om verbrand te worden. Andere vrouwen getuigden van hun 'hekserij' omdat hun kinderen onder ijs werden gehouden. Kinderen bekenden en stonden mee in voor de veroordelingen omdat ze gemarteld werden. Vrouwen werden onder water gehouden en als ze konden drijven, werden ze schuldig bevonden en uitgeschakeld. Als ze zonken en verdronken, waren ze onschuldig volgens de wet. Vrouwen werden van kliffen geworpen, diep onder de grond gestoken. Niemand van hen had een keuze.


We helen diepe lagen waarbij velen dood gingen met woede, verdriet, machteloosheid. Het vuur heeft veel vernietigd, maar niet het vermogen om te transformeren en te overstijgen. Als ze niet op de brandstapel of in het water ten onder gegaan waren, dan wel aan verdriet. Wij dragen die woede, dat verdriet en die machteloosheid in ons. Wij zijn hun nakomelingen.

We hebben ons lang genoeg verborgen omdat we voelen wanneer we niet geloofd worden. Het is tijd om al haar magie te laten bestaan. Het waren vrouwen die verbrand werden. Geliefden. Die gezien werden als té mooi, té welbespraakt, té fijngevoelig, té verbonden met de aarde, té om waar te zijn.


Onder de maansverduistering kunnen we allerlei herinneringen uit onze vorige leven(s) ervaren. Het zijn deze diepe wonden en activaties op die tijdlijnen die nu voelbaar zijn. In tweelingziel relaties komt de ziel in twee personen terug, die de vrouwelijke en mannelijke energie belichamen. Soms splitst de ziel zich in meerdere delen. Wij zijn allen gekomen om te kunnen kiezen voor mededogen, rechtvaardigheid en goddelijke liefde.



Mila von Luttich, Die Hexe, 1920 Frederic William Burton, The Meeting on the Turret Stairs, 1816–1900


5 weergaven0 opmerkingen
Post: Blog2_Post
bottom of page