De grijze pijlstormvogel
- Lise Sur Mont
- 25 sep
- 4 minuten om te lezen
Storytime...
Aan het begin van dit jaar kreeg ik nieuws te horen dat de grond van onder mijn ziel haalde. Het voelde alsof niets nog klopte, alsof ik rondliep in een spiegelpaleis en de werkelijkheid mijn jarenlange dromen tegensprak. Tegelijk trok ik mijn geloof niet in twijfel. In de daaropvolgende maanden ging ik door rouw, werd overspoeld door verdriet en de angst om eraan ten onder te gaan. Mijn geliefde keert terug naar haar moederland, haar vaderland. En dat land ligt aan de andere kant van de Atlantische oceaan. Het land waar ik leef is het land waar ik geboren ben en waar ik mij oud zie worden. Het land waar zij naar terugkeert is waar ze geboren werd en waar ze wil sterven. Niemand van ons maakt een keuze die niet uit authenticiteit voortkomt.
Toen werd het lente en op een late avond stuurde ik een sollicitatiebrief uit. Dezelfde week nog werd ik opgebeld, was er een gesprek en mocht ik opstarten. Zo kwam ik terecht in de "internationale luchthaven voor trekvogels". In dezelfde periode begon ik mij voor het eerst in mijn leven af te vragen: zou ik ook een migrant kunnen zijn / worden?
Wat is "thuis"?
Mijn geliefde rolde het grondplan van het huis in het land aan de andere kant open en wees met haar vinger de plek aan waar ze voor mij een schrijftafel wil plaatsen. Bij het raam, zodat ik de tuin en de kolibries kan zien. Het voelde alsof mijn hart aan twee kanten uit elkaar werd getrokken.
Elke ochtend bij aankomst bij mijn nieuwe werkplek zag ik de ooievaars op hun hoge nesten broeden, ze klepperden en maakten zich klaar voor nieuw leven. Dat nieuwe leven kwam er een maand later en dat werd gevierd met gespikkelde doopsuikers. Wie houdt er niet van nieuw leven? De ouders kregen het niet gemakkelijk met de droogte dit jaar, twee maanden lang voederden ze de jongen.
Elke ochtend opende ik de permanente tentoonstelling, verschenen de vertrek- en aankomstbestemmingen van verschillende vogelsoorten. Terwijl ik de bezoekers aan het onthaal ontving, hoorde ik flarden van woorden terwijl mensen naar de tabellen keken. Over vogels die vertrekken en terugkomen.
Klaar voor check-in?
Nog een maand later werden de bewoonde nesten verlaten, de jonge ooievaars vertrokken naar een bestemming om te overwinteren. "Volgend jaar komen ze terug," zei ik aan de bezoekers terwijl ik zo ook mezelf geruststelde.
Ondertussen aan de kassa zag ik regelmatig kolibries verschijnen in knuffelvorm en dan gebeurde het dat dezelfde bezoeker ook een kompas kocht. Zo stond ik daar in een fractie met een kolibrie en een kompas te wikken en te wegen. Het kompas draaide maandenlang onzichtbaar verder in mijn handen. Ik dacht terug aan grandmother willow's woorden en de redenen waarom ik mijn kussensloop van Pocahontas nog altijd in ere houd.
Listen to your heart, you will understand...
Terug in het appartement van mijn geliefde ben ik omringd door dozen: kartonnen dozen, blikken dozen, doorzichtige plastic dozen, ronde dozen, stapels dozen, dozen in dozen. De gedachte dat haar kasten leeglopen en alle knopen, ritsen, stoffen, borden, koffiekopjes, hoeden, boeken, stoelen, lampen, kussens, kasten en tafels⦠daarin een plaats vinden om in een container over de oceaan te drijven, maakt me zeeziek.
Wanneer ik mijn thuisadres en het adres van haar geboortestad in Google maps ingeef, krijg ik de melding āgeen autoroute beschikbaarā. Tussen ons liggen de Noordelijke en Zuidelijke Atlantische oceaan, meer dan een dag vliegen en 11.125,94 km.
'S ochtends onderweg naar de internationale luchthaven voor trekvogels passeerde ik telkens weer de bruisende zeehaven en reed ik langs talloze vrachtwagens met blauwe containers van Ferrymasters. Zij waren klaar voor de grote oversteek.
Wanneer ik het gebouw van mijn werk binnenkwam en in de keuken water en tassen verzamelde om te delen met mijn collega's, keek ik door het raam. Daar zag ik de zee tussen de twee landeindes. Heel vaak passeert daar een boot en kan ik van ver zien hoeveel stapels containers er op staan. Dezelfde container die naast mij op de vrachtwagen enorm is, verdwijnt daar als een legoblokje tussen de andere containers. Hoeveel levens zouden zich zo verplaatsen naar een land aan de andere kant?
Gisteren genoot ik van mijn laatste werkdag en de routine waar ik van was gaan houden: het geluid van de automatische deuren die openwaaien, de overstromende koffiemachine, de sprekende ooievaar bij de ingang, het bijna onhoorbare klikje van de deur naar boven. Mijn angst voor een vaste job had plaatsgemaakt voor vervulling en een hele fijne verbinding met collega's. Terwijl de zomer begon met woorden van iemand die de overtuiging poneerde dat ik niet in groep functioneer, werd ik helemaal omarmd vanaf het eerste moment. En ook ik mocht twee seizoenen mee stappen in de levens van de mensen rond mij. Daar aan het onthaal voelde ik mij kapitein en een levende wegwijzer in een tijd waarin mensen elkaar nog amper aankijken. Het was mooi en warm.
Tijdens mijn laatste wandeling in het park zag ik een ree knabbelen aan een groene struik. Nog nooit zo lang kon ik kijken naar een ree, het zielsdier van mijn geliefde. Altijd verschijnt ze op het juiste moment. De regen, de hut, zij en ik.
Buiten verscheen een volle regenboog boven het natuurpark en zo voelde ik weer hoe thuis ik ben in ons Vlaamse landschap - hoe ik hier geworteld ben als een gezicht dat past in de schilderijen van Van Eyck en tijdgenoten.
Gisteren voelde ik me het kind dat niet wist hoe te reageren op een verjaardagsfeestje toen allen samenkwamen in de kleine keuken om een glas te heffen op mij. Ik kreeg prachtige boeken om mee te overwinteren. Ik bedankte iedereen en vertelde hoe ze mij allen mee gedragen hadden in een proces waarvan sommigen wel en anderen niet afwisten. Ik zei dat het jammer is dat de Atlantische oceaan te groot is voor vogels om vanuit Europa te vertrekken en elk jaar terug te keren...
Na een stilte sprak de vogelkenner in de ruimte, ik zag een wolkje boven zijn hoofd verschijnen.
"Er is wel een vogel die dat doet," zei hij. "De grijze pijlstormvogel. Deze soort, die een spanwijdte van ongeveer 1 meter heeft, broedt op het Zuidelijk Halfrond, maar trekt na het broedseizoen naar het Noordelijk Halfrond en kan zo bij ons aan de Noordzee belanden."
Hij verklaarde mij in iedereens bijzijn vanaf nu tot een grijze pijlstormvogel. Heel binnenkort ga ik dan ook kennismaken met de kolibries.
Wordt vervolgd...

Opmerkingen