We voelen momenteel de grote nadruk op planeten in Waterman, het teken van eigenzinnigheid en soevereiniteit.
Wat ik voel is dat ik door veel verschillende tijdlijnen uit het verleden gestuurd word en daardoor terug in contact gekomen ben met beelden van wie ik ooit dacht te willen zijn, te willen worden. Dat kan gaan over aansluiting bij een beroep, een milieu van mensen, vriendengroep, een muziekgenre, religie of vorm van zingeving. Het is alsof ik al die vorige versies van mezelf terug kan voelen, zien doorheen omgevingen waar ik vroeger woonde, vaak kwam, door dromen over mensen die ik vroeger kende of door terug in contact te komen.
Om ons vooruit te bewegen is het nodig om soms terug herinnerd te worden aan de constante verandering waarin we al geleefd hebben. Ik was ongeveer vierentwintig jaar toen ik ten volle besefte: het leven bestaat niet uit één stuk met aan het einde de dood. In het leven ga je als mens meermaals door een proces van sterven, waarbij je door het donkere woud gestuurd wordt waar alles onzeker voelt. Het leven bestaat uit een voortdurende metamorfose. We hebben als mens de kans om zoveel als we willen opnieuw te ontpoppen.
Waterman is het teken van vernieuwing en kan als luchtteken ook ongrijpbaar zijn. Telkens wanneer iemand mij denkt te begrijpen, verander ik weer een beetje en wie niet ziet dat dat een evolutie is, is de taal van de vlinder nog aan het leren. Deze tijd nodigt uit om onszelf de totale vrijheid te geven om elke dag anders te zijn en het onbekende tegemoet te gaan. Wie dat voor zichzelf kan, zal ook de ander met een open geest bekijken, met alle kwaliteiten en met alle scherpe kanten die iemand uniek maken.
Kunnen we naar elkaar kijken met de blik van verwondering voor de totale complexiteit van ons zijn?
Alle aspecten in mezelf waarvoor ik ooit afgewezen ben, hebben mij tot een krachtige persoon gemaakt en ik voel dat deze energie daarin nog meer wind in de rug geeft. Er zijn collectief twee totaal verschillende levenswijzen merkbaar omwille van verschillen in bewustzijn. Iemand die elke dag de kermismolen opent kan dat doen zonder zich ooit af te vragen wat hij of zij aan het doen is en waarom, met een emotieloos gezicht in een routine waar ze aan vasthoudt om vooral niet te moeten stilvallen. Of iemand stelt zich vragen bij die kermismolen en dan gaat er een gat open: de val van Alice in Wonderland. Ze ontdekt dat er werelden zijn voorbij de wereld die ze kende, ze voelt zich verdwaald, overweldigd, angstig en nieuwsgierig en vol levenslust tegelijk.
Veel mensen voelen momenteel een overlevingstoestand, woede na een leven van onderdrukking door anamnese. De vergetelheid van de ziel moet wel het pijnlijkste zijn wat er is en het besef zo geleefd te hebben roept heel veel op. Het is een leven in armoede. Sommigen herinneren zich heel vroeg de bron, anderen pas veel later en nog anderen niet in dit leven. Daarin kan je enkel jouw eigen weg en tempo volgen. Er is geen weg terug wanneer de ziel terug geactiveerd is en op dat moment is het zoeken als een blinde in een wereld vol heldere kleuren die zich geleidelijk aan laten zien en voelen. Hoe zou iemand die altijd in een beperking heeft geleefd kunnen weten hoe pure liefde voelt?
Wie weet dat er andere werelden bestaan, ziet in de kermismolen alleen nog maar platte energie, lege vormen, drukte, oppervlakkigheid, valse verpakkingen, maskers en zinloosheid. De weg naar geluk en liefde ligt dan ook in het zwarte gat, in de val, in de overgave, het verliezen en weer vinden van vertrouwen, in de totale absurditeit van het theater van het universum dat zoveel grootser en onvoorspelbaarder is dan de belofte van de kermismolen. Zoveel rijker en voller van vreugde is een leven in authenticiteit. Alles begint te leven wanneer we ons laten dragen door de handen van de kosmos die ons op de juiste plaats, op het juiste moment brengt waar we mogen zijn. We zijn altijd beschermd op niveau van de ziel.
Weet dat liefde een oneindige bron is die er altijd is voor iedereen en vanuit de verbinding met de ziel, met het universum, is het onmogelijk om niet te geloven in onszelf, in de ander, in de liefde, in onze metamorfose, in ons bestaan.
Vito Campanella, The perpetual metamorphosis, 1992
Comments